DATA NAAR ACTIE

Herkennen van coördinatieve vermogens

Er bestaan zes coördinatieve vermogens:

- Ritmisch vermogen

- Koppelingsvermogen

- Oriëntatievermogen

- Reactievermogen

- Evenwichtsvermogen

- Kinetisch vermogen

Deze vermogens vormen samen een belangrijke basis voor het leren en uitvoeren van allerlei bewegingen. Hoewel ze erfelijk bepaald zijn, betekent dat niet dat ze vaststaan. Integendeel, ze kunnen in de loop van het leven nog steeds ontwikkeld en versterkt worden.

 

Juist daarom is het van groot belang dat beweegactiviteiten zo worden vormgegeven dat deze vermogens aan bod komen. Door ze te herkennen in een activiteit en er bewust aandacht aan te besteden, kan de motorische ontwikkeling van kinderen optimaal worden gestimuleerd.

Doelgericht aanbieden

Het doelgericht aanbieden van coördinatieve vermogens staat centraal in deze video. In elk spel komen meerdere vermogens tegelijk aan bod, maar door in je les te differentiëren kun je bepaalde vermogens meer of minder dominant maken.

 

Dat vraagt van de aanbieder een bewuste keuze: welk vermogen wil je centraal stellen? Door hier actief mee bezig te zijn, wordt het mogelijk om gericht te werken aan de ontwikkeling van de verschillende coördinatieve vermogens en de kwaliteit van de beweegactiviteiten te vergroten.

Differentiëren naar groepsniveau

In deze video gaat het om het differentiëren op groepsniveau. Binnen een groep hebben leerlingen of deelnemers vaak verschillende ontwikkelingsniveaus van de coördinatieve vermogens. Door hier rekening mee te houden en de opdrachten of spellen aan te passen aan de groep, kun je iedereen op een passende manier uitdagen.

 

Het bewust inzetten van differentiatie zorgt ervoor dat ieder groepslid kan groeien, zonder dat iemand overvraagd of juist ondergeprikkeld wordt. Zo haal je het maximale uit de beweegactiviteit én uit de groep als geheel.

Differentiëren naar individu

In deze video staat het differentiëren op individueel niveau centraal. Waar op groepsniveau rekening wordt gehouden met verschillen tussen meerdere deelnemers, gaat het hier om de vraag: wat heeft dit specifieke individu nodig?

 

Iedereen ontwikkelt de coördinatieve vermogens op een eigen manier en in een eigen tempo. De één blinkt misschien uit in balans, terwijl de ander juist moeite heeft met reactievermogen. Door goed te observeren en de beweegactiviteit af te stemmen op de persoonlijke mogelijkheden en uitdagingen, kan iedere deelnemer op het juiste niveau worden aangesproken.

 

Dit vraagt van de aanbieder om flexibiliteit, creativiteit en aandacht. Maar het levert veel op: deelnemers voelen zich gezien, gemotiveerd en ervaren succes op hun eigen niveau. Zo wordt het leerproces persoonlijker en effectiever, en krijgt ieder individu de kans om zich maximaal te ontwikkelen.

Differentiëren en andere vermogens

In deze video gaat het over differentiëren met coördinatieve vermogens. Waar eerder is gekeken naar differentiatie op groeps- en individueel niveau, staat hier de inhoud van het vermogen zelf centraal.

 

Binnen een beweegactiviteit kun je een vermogen namelijk makkelijker of moeilijker maken door kleine aanpassingen in de opdracht. Denk aan het toevoegen van extra prikkels om het reactievermogen uit te dagen, of juist het vereenvoudigen van een taak om het balansvermogen toegankelijker te maken. Op die manier kun je heel gericht de zwaarte en intensiteit van het vermogen beïnvloeden.

 

Dit geeft de aanbieder de mogelijkheid om continu te schakelen en de activiteiten zo in te richten dat ze passen bij de doelen van de les én het niveau van de deelnemers. Zo wordt elk coördinatief vermogen niet alleen geoefend, maar ook optimaal ontwikkeld.